In gesprek met Laurens Dassen

02 december 2022 12:00

Met zijn focus op Europa en een veelal hoogopgeleide achterban is Volt niet de meest voor de hand liggende ‘mbo-partij’. Een typisch gevalletje ‘imago’, zo blijkt tijdens een werkbezoek aan Curio in Breda, waar MBO Raad-voorzitter Adnan Tekin in Volt-voorman en Tweede Kamerlid Laurens Dassen een warm pleitbezorger van het mbo vindt. Een gesprek over Europese onderwijssamenwerking, een kritische kijk op kansen en de kunst van het metselen.

portretfoto Laurens Dassen

Het was gisteren ‘een latertje’ door een uit de tijd gelopen Haags onderwijsdebat, maar dat is geenszins te merken aan Laurens Dassen, vandaag ‘speciale gast’ tijdens Adnan Tekins werkbezoek aan Curio, waar ze onder meer kennismaakten met het leerbedrijf van de afdeling Zorg & Welzijn (en Sport) en bijpraatten met studenten en docenten van BouwSchool Breda. “Wat mij opviel? De trots waarmee medewerkers over hun vak praten. De passie in de verhalen van alle jonge mensen die zich hier op verschillende manieren en terreinen ontwikkelen. Zoals de jongen die na zijn verkorte leertraject hier, kiest voor een vervolgopleiding waarvan hij wéét dat ze hem bellen op het moment dat-ie niet komt. Of de dame van 21, met een kindje thuis, die via het interne leerbedrijf als verzorgster aan de slag is gegaan en dat wil blijven doen om haar droom te verwezenlijken. Daarin zie je de motivatie, maar daaruit spreekt óók het inzicht in de eigen valkuilen. Heel bijzonder.”

Canadese collega’s

“Het oprichten van een leerbedrijf op school, zoals hier bij Curio, voor een doelgroep die extra structuur nodig heeft, met een docent die daarnaast in de zorg werkt en bovendien zélf een stagedatabank opricht; dat is typisch mbo”, vult Adnan Tekin aan. “Prachtig om te zien hoe ze, terecht, trots zijn op hun SBB-sticker. En hoe ze van binnenuit de verbinding maken met buiten; de wijk en zijn bewoners.” Laurens Dassen: “Als je kijkt naar wat hier gebeurt en dat koppelt aan de discussie over het gebrek aan waardering van het mbo-onderwijs, dan zit er echt iets scheef. De verbinding tussen publiek en privaat, de skills-set die studenten krijgen aangereikt, maar ook de Canadese collega’s die hiernaartoe komen en vol lof zijn over hoe het Curio-onderwijs is ingericht; dat alles laat zien hoeveel moois het mbo in handen heeft.” Adnan Tekin: “Mensen hebben vaak geen idee wat er binnen een mbo-instelling gebeurt. We hebben prachtige faciliteiten, een goed pedagogisch-didactisch klimaat, uitstekende docenten die heel innovatief zijn en outreachend werken. Echt iets om jaloers op te zijn. Ik snap die Canadezen wel, waarvan ik denk dat ze vooral gecharmeerd zijn van onze BOL-/BBL-systematiek en de goede samenwerking met het regionale bedrijfsleven. Die springen er positief uit.”

Europese samenwerking

Als één ding duidelijk wordt tijdens het ‘na-werkbezoek-gesprek’ is dat Volt niet alleen een partij is voor louter hoogopgeleiden. Laurens Dassen en zijn fractiegenoot Marieke Koekkoek sluiten zich in de Tweede Kamer geregeld aan bij ‘pro-mbo-voorstellen’ en brengen zelf moties in om de positie van het mbo en zijn studenten te versterken. “Voor Volt zijn mbo-studenten onwijs belangrijk. Als onze toekomstige vakmensen hebben zij de oplossing voor de grote uitdagingen waarover zoveel wordt gesproken in handen. Zij zijn het die Nederland, letterlijk, vorm gaan geven. De ruim 4 miljard euro extra die minister Dijkgraaf voor het mbo uittrekt, is een ambitie die ik van harte ondersteun.”

Dat Europese samenwerking op onderwijsgebied helpt bij het oplossen van c.q. inspelen op toekomstige vraagstukken, is volgens Laurens Dassen evident. “We moeten in Europa meer werken aan het samenbrengen van in potentie gezamenlijk ontwikkelde kennis om grote thema’s als klimaat- en energietransitie, de woningnood en tekorten in de zorg met elkaar aan te vliegen. Kijk je specifiek naar het mbo, dan kun je denken aan een gerichtere inzet van het Erasmus+-programma om zo de uitwisseling van mbo-studenten tussen Europese steden te bevorderen. Of aan het wegnemen van barrières voor de maatschappelijk cruciale sectoren door wederzijdse erkenning van mbo-diploma's tussen Europese lidstaten.”

Kansrijke beroepen

Met zijn pleidooi voor ‘minder barrières voor de maatschappelijk cruciale sectoren’ lijkt Laurens Dassen voorzichtig voor te sorteren op een mbo-opleidingenstelsel voor kansrijke beroepen; iets waar Adnan Tekin geen voorstander van is. “Het is een utopie te denken dat jongeren voor bepaalde sectoren kiezen als je de keuze beperkt. Momenteel is elke sector een tekortsector. Een beroepsopleiding is de basis, een springplank naar de arbeidsmarkt: jongeren kiezen nu voor het één en doen over 10 jaar wellicht iets anders. Zo bewegen ze mee op een snel veranderende arbeidsmarkt. Bovendien leer je niet alleen een vak in het mbo, maar ook hoe je straks in de samenleving mee kan komen.” Laurens Dassen: “We moeten kritisch zijn op waar we met het mbo naartoe willen. Volt heeft een pleidooi gehouden om onderwijs gratis te maken voor cruciale sectoren, als positieve stimulans om studenten die kant op te bewegen. Wat niet betekent dat je bepaalde opleidingen helemaal niet meer aanbiedt, maar juist als iets ernaast. Belangrijkste is dat de aansluiting blijft bestaan met wat mensen kansrijk maakt. In hun beroep. Of breder: in hun leven.”

Pak je podium

En dat leven van de ‘vakmensen van de toekomst’ mag best wel wat meer in de spotlights worden gezet, vindt Laurens Dassen, zeker na zijn Curio-avontuur. “Ik sprak daarstraks met metselaar-in-opleiding Tom die gaat meedoen aan de kwalificatiewedstrijden van Skills Heroes. Ik dacht meteen: ‘heel Nederland moet weten wat hier gebeurt’. Dat meen ik, 100%. Schuif met een van de winnaars aan bij een talkshow, genereer zoveel mogelijk media-aandacht. Pak als het mbo je podium, want mbo’ers zijn onmisbaar. Veel van mijn vroegere vrienden zijn na hun mbo-opleiding een eigen bedrijf begonnen. Als ik zie wat zij maken, wat zij betekenen voor de maatschappij: supertof. De erkenning die zij krijgen, gun ik iedereen.”