Kruimelpad
Adnan Tekin in gesprek met Mark Helder, voorzitter Koninklijke Metaalunie: ‘Mkb-maakbedrijven en mbo-scholen hebben elkaar keihard nodig’
05 juni 2024 12:00Met Mark Helder heeft Koninklijke Metaalunie een voorzitter die geregeld van zich laat horen en lezen. De Noord-Hollander, sinds begin 2023 aan het roer bij de brancheorganisatie, adopteerde het landelijke Aanvalsplan Techniek als zijn ‘kindje’ en legde mede de basis voor de sectorcampagne ’Metaaltechnologie maakt je wereld’. Ook pleitte hij voor snellere innovatiesubsidies voor metaalbedrijven en een formelere positie voor bedrijfsvakscholen. MBO Raad voorzitter Adnan Tekin zocht Helder op en vroeg hem onder meer naar zijn ideeën over regionale samenwerking, gezamenlijke opleidingen en kansrijk leren.
Mark Helder startte na een studie Bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam zijn werkzame leven bij HGG Group. Daar vertaalde hij zijn opgedane kennis over technologie en innovatie naar slimme oplossingen voor (snij)machines die wereldwijd hun weg vonden naar internationale opdrachtgevers. Helder bewandelde het hele HGG-carrière-pad. Hij klom op tot algemeen directeur en zag hoe mechatronica - de combinatie van mechanica, elektronica en software – ook bij het internationaal opererende HGG steeds vastere voet aan de grond kreeg. Door zijn fascinatie voor mechatronische ontwikkelingen en het jarenlang internationaal topsport bedrijven, raakte Helder betrokken bij techniekopleider Tetrix; werk dat hij combineerde met zijn baan bij HGG.
“Eind 2022 begon het te kriebelen. Ik gaf de dagelijkse leiding bij HGG over aan een nieuw team, nam meer afstand in een rol als RVC-voorzitter. Hierdoor had ik tijd om er iets ‘naast’ te doen. Na verschillende interim-klussen kwam Metaalunie op mijn pad. Ze zochten een boegbeeld, maar daar sloeg ik eerlijk gezegd niet op aan. Ik wilde aan het roer komen van een sector in ontwikkeling, een branche met enorm veel mogelijkheden en minstens zoveel uitdagingen. Begin 2023 ben ik begonnen om met veel energie mijn ervaring via een groter platform in te zetten.”
Adnan Tekin: “We zijn nu zo’n anderhalf jaar verder. Hoe zou je die periode omschrijven?”
“Ik heb Metaalunie leren kennen als een stabiele, kennisrijke organisatie. We zijn een belangrijke vraagbaak voor alle mkb-maakbedrijven in de metaalsector. Die zijn grotendeels onzichtbaar, maar zorgen er wél voor dat ‘grote jongens’ als ASML en VDL kunnen bestaan. Sterker nog: zij vormen de brede basis, maken als onderkant van de ijsberg het verschil. Ik zie het als mijn taak om die kleinere techniekbedrijven zichtbaar(der) te maken voor het brede publiek. Namens Metaalunie heb ik het Aanvalsplan Techniek ondertekend. Ook zijn we onze eigen campagne ’Metaaltechnologie maakt je wereld’ gestart, wat in basis geen arbeidsmarktcampagne is, maar een manier om de wondere wereld achter de prachtige, voor Nederland onmisbare metaaltechnologiesector te laten zien. De komende jaren moeten we meer doen met minder mensen. Daarin spelen technische oplossingen, dus ook onze sector, een cruciale rol.”
“In jullie campagne draait het om thema’s als vakmensen, innovatie en duurzaam ondernemen. Kun je hierover wat meer vertellen?”
“Door het toenemende arbeidsmarkttekort is de behoefte aan vakkrachten groter dan ooit, zeker in onze sector. Nu de werkelijkheid van jeugdige instroom achter ons ligt, moeten we ons richten op andersoortige instroom, zoals zijinstroom. Verder is het noodzakelijk om bestaand personeel blijvend te boeien, door gerichter te focussen op vitale processen. Ook moeten we competenties zo aanpassen dat lassers bijvoorbeeld relatief eenvoudig kunnen switchen naar een baan als procesoperator van een lasrobot. Deze issues hangen nauw samen met hoe we procestechnologische oplossingen, dus innovaties, toegankelijk en toepasbaar maken voor alle mkb-maakbedrijven. En met hoe we al deze ondernemers duurzaam betrekken bij hun omgeving, of breder: bij hun regio, zodat ze kansen beter benutten, bijvoorbeeld als aanjagers of deelnemers in bedrijfsvakscholen.”
“Over bedrijfsvakscholen gesproken: ik las laatst dat Metaalunie bedrijfsvakscholen een formele positie wil geven om daarmee de rol van het ROC over te nemen …”
“Nee, nee, dat is absoluut niet zo! Voor ons gaat het vooral om de formele samenwerking tussen bedrijfsvakscholen en ROC’s. Veel bedrijfsscholen zijn voor hun bestaan financieel afhankelijk van private organisaties. Door niet altijd gelijkgeschakelde belangen, ontstaan soms spanningen. Een formele samenwerking met het mbo voorkomt dat. Ik hoor vaak dat mbo-scholen de samenwerking met bedrijfsvakscholen als waardevol ervaren. Mbo-docenten komen rechtstreeks in contact met de laatste beroepsinnovaties en brengen praktijkkennis regelrecht naar de klas. Die win-win situatie moeten we versterken.”
“Hoe zie je dat versterken van die win-win situatie voor je?”
“Door gezamenlijke rollen beter te omschrijven, te praten over een gerichtere inzet van hybride docenten, praktijkonderwijs beter te faciliteren en doorlopende leerlijnen te creëren; liefst vanaf het primair onderwijs. Die gesprekken zullen niet overal soepel verlopen, mede door regionale verschillen, maar de oplossing ligt in het bij elkaar brengen van al die positieve energie. Ik zie het als mijn missie om dit geregeld krijgen. Ook met het oog op het ‘Aanvalsplan Techniek’ waarin we via samenwerking met andere techniekbranches 1000 hybride docenten willen werven en opleiden. Hybride techniekcentra moeten uitgroeien tot dé centrale plek voor starters, zij-instromers, nieuwkomers en ervaren vakmensen die een switch naar een (andere) technische sector overwegen. Mkb-bedrijven en mbo-scholen hebben elkaar keihard nodig. Lukt het om dilemma’s te tackelen, bijvoorbeeld over het rondkrijgen van de financiering, en geven we elkaar de ruimte om in te spelen op specifieke regionale behoeftes, dan gaan we ‘vliegen’. Daar ben ik van overtuigd.”
Bij dat ‘vliegen’ helpt het als we vernieuwing en innovaties écht integreren in de mbo-kwalificatiedossiers …”
“Absoluut. En toegegeven: dat lukt best aardig, al verloopt het koppelen tussen huidige en toekomstige behoeftes soms traag. Daarom moeten we keuzes maken. Bijvoorbeeld door meer autonomie in lesprogramma’s in te bouwen. Of extra speelruimte te creëren om te kunnen sleutelen aan competenties. Ik vind ook dat mkb-bedrijven die zich inzetten voor studentenscholing een voorkeurspositie moeten krijgen. We azen allemaal op laatstejaarsstudenten die we een stageplek en vervolgens een baan aanbieden. Nu hengelen grote bedrijven, met meer geld en meer kansen, deze vierdejaars meteen uit een bijna lege vijver, al dan niet via speciale uitzendbureaus. En heb je als gemiddeld mkb-bedrijf het nakijken. Ook daar zou je regionale afspraken over kunnen maken.”
“Je gaf het al aan: het arbeidsmarkttekort in de mkb-maakindustrie is een serieus probleem. Hoe volg jij, in dat licht bezien, de discussie over kansrijk leren?”
“Net als de MBO Raad vinden wij dat iedereen de kans moet krijgen om te leren wat hij of zij wil en zijn of haar eigen keuzes moet kunnen maken. Zonder beperkingen. Maar het opleiden voor iets dat geen bestaansrecht heeft en dus eigenlijk kansloos is, is ook niet de bedoeling. Daar mogen we best meer op acteren, via een soort kans-sturend opleiden. Prima hoor, een opleiding tot videogames-ontwikkelaar, maar dat kost je wel vijf keer zoveel als een opleiding tot frezer. Ook een optie is om jongeren te laten instromen op het mbo, en, als ze eenmaal binnen zijn, te kijken of je ze kunt verleiden om voor techniek of zorg te kiezen. Persoonlijk vind ik ook dat we ons veel meer moeten richten op individuele lesprogramma’s, waarin sneller kan worden op- en afgeschakeld tussen leersnelheid en -inhoud, tussen need en nice to know. Nu zitten veel studenten vast in dat vierjarige mbo-keurslijf. Dat kan, nee: moet anders, kwalitatief beter.”
“Fijn te horen dat we in Metaalunie een partner hebben die met ons een interessanter aanbod wil genereren ...”.
“De samenwerking tussen bedrijven en scholen in de regio is cruciaal. In de zorg gebeurt dit al, met de derde leerweg. In de techniek ook, maar minder. We hebben allebei hetzelfde doel; samen een flexibel, innovatief, uitdagend aanbod creëren. Daarbij kunnen we wachten tot de overheid zegt hoe we wat moeten doen, of zélf de regie pakken. Sommige zaken liggen gevoelig, maar daar kunnen we overheen stappen door meer mét elkaar en minder over elkaar te praten. De kansen liggen voor het grijpen. In mijn HGG-tijd ‘adopteerden’ we op een gegeven moment een klas. Een jaar lang dienden wij als leslokaal voor de docent en zijn studenten die een door ons geformuleerde casus uitwerkten in verschillende projectvoorstellen en uiteindelijk een concreet product. Hoe win-win wil je het hebben?”